Sportvisserij Limburg hecht veel waarde aan naleving van de Visserijwet en zet zich daarom in voor een goede controle van visdocumenten (VISpas) en handhaving van de visserijregels. Wij hebben de beschikking over 5 Buitengewoon Opsporingsambtenaren (boa’s) die jaarlijks meer dan 6.000 controles uitvoeren. Deze boa’s hebben, naast het uitvoeren van controles, ook een rol als ‘gastheer’ van onze wateren. Verder voeren de boa’s – veelal in samenwerking met de NVWA en de Nationale Politie – acties uit om visstroperij tegen te gaan. Naast de boa’s beschikt Sportvisserij Limburg over één controleboot waarmee efficiënte controles en stroperijacties uitgevoerd worden op de grote wateren.
Controle en handhaving op het bezit van de juiste visdocumenten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de sportvisserijsector en de overheid. De sportvisserijsector krijgt hierin een steeds grotere verantwoordelijkheid toebedeeld. Die verantwoordelijkheid pakken de honderden vrijwillige verenigingscontroleurs goed op. Daarnaast hebben veel federaties boa’s (buitengewone opsporingsambtenaren) in dienst speciaal voor controle en handhaving op de Visserijwet uit 1963.
Alle bij Sportvisserij Nederland geregistreerde hengelsportcontroleurs die de Cursus Controle Sportvisserij hebben gevolgd, ontvangen van Sportvisserij Nederland controlekleding, een controleurspas en inlogcodes voor het Registratiesysteem voor Controleurs Sportvisserij (RCS).
Een hengelsportcontroleur herkennen
Met specifieke kleding is een hengelsportcontroleur zichtbaar en vooral herkenbaar als controleur sportvisserij. Met de pas kan de controleur zichzelf aan de waterkant identificeren en met de inlogcodes heeft de controleur toegang tot het registratiesysteem voor Controleurs Sportvisserij (RCS) om de controlerondes inclusief resultaten vast te leggen. Een goede controleur heeft een gedegen en actuele kennis van de relevante wet- en regelgeving en kent de achtergronden van deze regelgeving en die van de voorwaarden gebruik VISpas. De visserijregelgeving is helder samengevat in de Veldgids Controle Visdocumenten van Sportvisserij Nederland. Voor uitgebreide en actuele informatie kun je hier terecht.
Bevoegdheden controleurs en opsporingsambtenaren
Controleurs zijn vrijwilligers van een hengelsportvereniging of federatie die door de vereniging of federatie zijn aangesteld om sportvissers te controleren. Een verenigingscontroleur heeft geen opsporingsbevoegdheid en mag daarom niet bekeuren. Opsporingsambtenaren zoals de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) hebben wel de bevoegdheid om bekeuringen uit te schrijven. De bevoegdheden van verenigingscontroleurs zijn gebaseerd op het verenigingsrecht (statuten) en op de voorwaarden van de toestemming (vergunning) van de sportvisser.
Voorwaarden van de toestemming (vergunning)
In de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren is (op pagina 3) de verplichting voor de sportvissser opgenomen om de VISpas en de bijbehorende lijst(en) van viswateren ter inzage af te geven aan controleurs, politieambtenaren en andere opsporingsambtenaren. Deze verplichting zal ook vaak zijn opgenomen in de toestemming (vergunning) voor wateren die niet zijn opgenomen in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren. Naast de verplichting op basis van de statuten of het huishoudelijk reglement is het ter inzage afgeven van documenten dus vaak ook een voorwaarde van de toestemming zelf.
Bevoegdheden van controleurs
Controleurs zijn vrijwilligers die namens een hengelsportvereniging of een hengelsportfederatie controleren. Het gebied waar een verenigingscontroleur mag controleren is dan ook beperkt tot het eigen verenigingswater en het gebied waar een federatiecontroleur mag controleren is beperkt tot de wateren waar de federatie visrechten heeft, tenzij in overleg met andere visrechthebbenden is afgesproken dat de controleur ook op het water van die andere visrechthebbenden mag controleren.
De controleurs zijn ‘gewoon’ burger, daarom hebben zij geen opsporingsbevoegdheid. Wel mogen zij iemand vragen stellen en de gegevens van de sportvisser noteren. Daarnaast mogen de controleurs, bij het constateren van een overtreding, als vertegenwoordiger van de vereniging of federatie de visdocumenten innemen. De VISpas (bewijs van lidmaatschap van de uitgevende vereniging) en de lijst(en) van wateren blijven namelijk eigendom van de vereniging die deze documenten heeft uitgereikt. Dit is ook vermeld (pagina 4) in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren. Neemt een controleur documenten in omdat de sportvisser de regels overtreedt, dan worden de documenten direct afgeven of opgestuurd aan het bestuur van de hengelsportvereniging waarvan de visser lid is. De controleur moet hierbij de reden aangeven waarom de documenten zijn ingenomen. Het bestuur van de vereniging waarvan de visser lid is, besluit daarna of er een sanctie wordt getroffen tegen dit lid en of deze zijn vispapieren terugkrijgt of niet.
Tips voor hengelsportcontroleurs
Vraag eerst naar documenten
Als het vermoeden bestaat dat een sportvisser zich niet aan de regels houdt, vraag dan eerst naar de documenten en houd deze vast totdat is vastgesteld dat het vermoeden juist is. Een sportvisser zal zijn documenten immers moeilijker afgeven als hij of zij weet dat ze worden ingenomen. Onder bepaalde voorwaarden kun je als controleur de gegevens van gecontroleerde sportvissers noteren. Op deze manier kan een sportvisser die lid is van een (aangesloten) vereniging altijd later ter verantwoording worden geroepen ( bijvoorbeeld door zijn bestuur, ook als de documenten niet zijn ingenomen).
Ga zorgvuldig om met het noteren van gegevens
Wij raden controleurs aan om met het noteren van gegevens uitermate terughoudend te zijn, in het kader van de AVG (algemene verordening gegevensbescherming). Onder bepaalde voorwaarden heb je als controleur van een vereniging een gerechtvaardigd belang om gegevens van gecontroleerde sportvissers te noteren en bewaren. Je hebt dan geen toestemming van de sportvisser in kwestie nodig, maar het is wel van belang om zorgvuldig met de verzamelde gegevens om te gaan. Dit betekent dat deze niet zomaar met derden mogen worden gedeeld, veilig moeten worden bewaard en het liefst na een vaste termijn (bijvoorbeeld drie jaar) vernietigd. Zelf interesse om controleur te worden? Hier lees je meer over de Cursus Controle Sportvisserij.
Bevoegdheden van boa’s
Naast de politie zijn er ook nog zogenoemde buitengewoon opsporingsambtenaren, vaak kortweg boa’s genoemd, die in dienst kunnen zijn bij de politie of een overheids- of particuliere organisatie zoals Natuurmonumenten. Voordat een opsporingsambtenaar gebruik mag maken van opsporingsbevoegdheden moet normaal gesproken eerst sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. Dit vermoeden van schuld aan een strafbaar feit moet uit feiten of omstandigheden voortvloeien (artikel 27 Wetboek van strafvordering). Op grond van het straf(proces)recht zou een opsporingsambtenaar iemand, zonder regeling, dus niet naar zijn visdocumenten mogen vragen als er geen redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit is. Dit is onwenselijk, want je kan aan een visser immers niet zien of deze wel of niet de juiste documenten heeft en of deze zich aan de wettelijke regels en voorwaarden van de toestemming (vergunning) houdt.
De Visserijwet 1963 kent opsporingsambtenaren daarom uitdrukkelijk een aantal belangrijke bevoegdheden toe met betrekking tot vissers (sport- én beroepsvissers). Er zijn een aantal bevoegdheden die altijd mogen worden toegepast, ook zonder enig vermoeden van schuld. Artikel 55 van de Visserijwet 1963 bepaalt namelijk dat een visser verplicht is om op eerste vordering van een opsporingsambtenaar:
- de ambtenaar in de gelegenheid te stellen zijn vaartuig te betreden;
- alle benodigde documenten (bijvoorbeeld de huurovereenkomst, akte of toestemming) ter inzage af te geven;
- uitstaand vistuig te lichten*;
- gesloten viskarren te openen*;
- anderszins de medewerking te verlenen die de opsporingsambtenaar nodig heeft.
Overtreding van deze verplichtingen is strafbaar gesteld in het tweede lid van artikel 55. Alleen voor het niet op eerste vordering ter inzage afgeven van de benodigde documenten is er een feitcode opgesteld. Deze feitcode verschilt (H 647 a, b of c), afhankelijk van het document dat niet kan worden getoond.
* Een opsporingsambtenaar mag ook zelf vistuig lichten en viskaren openen.
Artikel 60 van de Visserijwet bepaalt dat politiebeambten toegang hebben tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Let op: het binnentreden van een woning (een kajuit of tent kan tijdelijk als woning worden gezien), mag alleen met een schriftelijke last van of in tegenwoordigheid van een (hulp)officier van justitie.
Boa’s hebben ook toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Die bevoegdheid is voor boa’s niet vastgelegd in de Visserijwet maar vloeit voort uit artikel 20 van de Wet op de economische delicten. Om van deze bevoegdheid gebruik te maken moet er dus sprake zijn van een ‘aanwijzing’. Artikel 61 van de Visserijwet geeft alle opsporingsambtenaren de bevoegdheid voor de uitvoering van hun taak vervoermiddelen te laten stoppen, te onderzoeken en medewerking hierbij te vorderen van de bestuurder. Overtredingen van deze verplichtingen is strafbaar gesteld in het derde lid van artikel 61. In artikel 62 wordt gemeld dat inbeslagname ook buiten heterdaad is toegestaan.
Niet innemen, wel in beslag nemen
De opsporingsbevoegdheid van de politie of een boa geeft hen niet de bevoegdheid om de visdocumenten in te nemen. Opsporingsambtenaren maken immers geen deel uit van de vereniging of federatie en mogen daarom de VISpas niet innemen op basis van het eigendomsrecht van de vereniging. Controleurs mogen dat wél, zie boven.
Een politieambtenaar of een boa heeft wel de bevoegdheid om spullen die in relatie staan tot een strafbaar feit in beslag te nemen. Het kan daarbij gaan om de visdocumenten, gevangen vis, hengels etc. Inbeslagname is een formele bevoegdheid die is geregeld in het strafrecht. De opsporingsambtenaar moet van een inbeslagname een proces verbaal opmaken waarna de Officier van Justitie beslist of het in beslag genomen voorwerp moet worden teruggeven of niet. Om deze rompslomp te voorkomen en betrokkene een bekeuring te besparen vraagt een opsporingsambtenaar vaak eerst of iemand vrijwillig afstand wil doen van de spullen die hij in beslag wil nemen. Zo niet dan volgt alsnog inbeslagname en een bekeuring.
Besluit de Officier van Justitie dat de in beslag genomen spullen teruggegeven moeten worden, dan gaan deze terug naar de eigenaar. De VISpas en de bijbehorende lijst(en) van viswateren blijven eigendom van de hengelsportvereniging die deze documenten heeft verstrekt. De VISpas en bijbehorende lijst(en) van viswateren moeten bij een besluit tot teruggave dus naar de hengelsportvereniging waarvan betrokkene lid is worden gestuurd en niet aan de sportvisser. De hengelsportvereniging die een VISpas terugkrijgt via de politie doet er verstandig aan om de VISpas niet zomaar terug te geven aan de sportvisser, maar deze ter verantwoording te roepen en hem te vragen waarom zijn VIS in beslag was genomen. De politie mag namelijk niet zomaar informatie geven over de reden van inbeslagname in verband met de privacy.
Toezichthouders
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent een aparte afdeling (titel 5.2) die gaat over toezicht. Toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouders. Toezichthouders zijn functionarissen die op grond van een wettelijk voorschrift als toezichthouder zijn aangewezen. Aan de bevoegdheden van een bepaalde toezichthouder ligt dus altijd een formele wet ten grondslag.
Toezichthouders hebben ingrijpende bevoegdheden (zoals omschreven in de artikelen 5:15 en verder van de Awb). Zo is een toezichthouder op grond van artikel 5:16 Awb bijvoorbeeld bevoegd inlichtingen te vorderen en op grond van artikel 5:17 Awb bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden. Op grond van artikel 5:20 Awb is een ieder verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen.
Een toezichthouder heeft dus vergaande bevoegdheden en iedere burger is verplicht zijn medewerking te verlenen, zonder dat van enige verdenking van een strafbaar feit sprake hoeft te zijn. Het toezicht staat immers volledig los van het straf(proces)recht.
Voor het toezicht op de naleving van de Visserijwet 1963 en de op deze wet gebaseerde regelingen en besluiten zijn onder andere de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en van de rijksbelastingdienst, bevoegd. De aanwijzing tot toezichthouder is vastgelegd in het ‘Besluit aanwijzing toezichthouders Visserijwet 1963’.
Wat te doen bij visstroperij?
Wanneer je het vermoeden hebt van visstroperij kun je het beste melding maken via het landelijk meldpunt visstroperij. Vul alle velden zo uitgebreid mogelijk in, zodat wij bij eventuele vragen contact met je op kunnen nemen. Uiteraard wordt je informatie vertrouwelijk behandeld! Eventueel kun je aanvullend contact opnemen met Sportvisserij Limburg, te bereiken op: 0475-350053.